De algemene opvatting in onze maatschappij is dat het opsteken van een sigaret een kwestie van kiezen is. Je doet wel of je doet het niet, simpel.
Klopt deze bewering?
Denk aan je eigen jeugd, toen je een jaar of vijftien was. Er is vast een herinnering waarvan je nu nog zegt: “Dat had ik anders kunnen doen.” De vuilnisbak die je “per ongeluk” in brand stak, de klasgenoot die je in de schoonmaakkast hebt ingesloten of de vechtpartij om de verkering die uit ging. Allemaal gedrag waar je nu als volwassene niet zo snel aan toegeeft. Waar je destijds door volwassenen op gecorrigeerd bent.
Dat noemde men kattenkwaad. Soms wordt het wat ernstiger. Stel je pikt het nep- pistool van je vader en gaat lekker chillen in een verlaten woning met je vrienden en je wordt gepakt. Dan heb je in Nederland het geluk dat er iets andere regels gelden voor het overtreden van de wet. Door je leeftijd.
Daar zit een gedachte achter.
Onderzoeken naar de ontwikkeling van onze hersenen laten zien dat in de puberteit de mens niet in staat is om bepaalde risico’s in te schatten. Het gebied in ons brein dat langetermijnplanning en verantwoordelijkheidsgevoel regelt wordt gereorganiseerd waardoor kinderen (adolescenten 11 tot 23 jaar) feitelijk verminderd toerekeningsvatbaar zijn.
Ondoordacht gedrag met soms verrijkende gevolgen.
Met deze kennis, is het opsteken van je eerste sigaret dan een vrije keuze? Experimenteren met tabak heeft in de meeste gevallen verslaving tot gevolg. Op latere leeftijd “kiezen” om niet meer te roken wordt bijna onmogelijk gemaakt door de nicotine en alle toevoegingen aan de sigaret.
De vergelijking met drinken of blowen gaat hier mank omdat het simpel weg niet zo verslavend is als roken.
Recente reacties